“Ik zal je mores leren” Zelden is de betekenis van deze uitdrukking zo in het nieuws geweest: Van VVD-coryfee Keizer tot studentenvereniging Vindicat. Mores is voor veel mensen belangrijk: je doet iets omdat mensen in je omgeving, waarvan je afhankelijk bent en waarop je wilt lijken, het ook zo doen. Het oordeel over goed/fout leg je zo buiten jezelf. Je legt het bij de groep waar je bij wilt horen. Als je handelt zoals de groep doet, zoals de groep denkt, dan ben je gedekt.
Subcultuur
Henry Keizer is er dan ook oprecht van overtuigd dat hij niets verkeerds deed. Zijn omgeving is, net als hij, eerder individualistisch en competitief ingesteld. Keizer wilde gewoon slimmer zijn dan de anderen, binnen de grenzen van de wet. Deals als deze zijn voor hem normaal en geaccepteerd. Hetzelfde geldt voor het Groningse Studentencorps Vindicat: sterke eigen (groeps) mores. Doordat Groningse studenten vaak het weekend overblijven, blijven ze ook in hun besloten ‘bubbel’. Dat versterkt de eigen subcultuur. Je moet blijkbaar van goeden huize komen om dan onafhankelijk te blijven denken en handelen.
Morele superioriteit
Moraal staat vaak ver van je weg. Het is voor de publieke zaak, voor de anderen. Je hebt er in de warme beslotenheid van je directe omgeving niet zo veel mee te maken. Daar gelden eerder de mores. Die gelden voor jou. Wat wij, de buitenstaanders, zien is het gedrag van de studenten en van de heer Keizer. Daar oordelen wij dan hard en niet altijd genuanceerd over. “Graaiende VVD’ers!”. Het geeft onszelf het gevoel van morele superioriteit, want wij zouden dat zelf uiteraard nooit doen. Wij zitten vol goede bedoelingen (intenties) en vertrouwen erop dat dit ook tot integer gedrag leidt.
Intenties en de context
De vraag is echter of die intenties ook altijd tot het juiste gedrag leiden. Daarin speelt blijkbaar de omgeving een sterke rol, getuige bovenstaande voorbeelden. De psycholoog Kohlberg spreekt dan over ‘fase 2 gedrag’ in het omgaan met morele dilemma’s. In fase 1 kiest de persoon puur voor korte termijn eigen gewin. In fase 3 laat hij/zij zich leiden door morele principes die de persoon zichzelf eigen heeft gemaakt. Dit gebeurt onafhankelijk van wat de buitenwereld denkt of zegt. Principes zijn dan leidend. Zij vormen als het ware het morele kompas.
Lessen voor bedrijven?
Bij de selectie van managers en directieleden is het belangrijk om naar iemands persoonlijkheid (natuurlijke intentie) en het morele kompas te kijken. De context waarin iemand komt te werken en de bijbehorende groepsdruk bepalen mede het uiteindelijke gedrag. De omgeving heeft bijvoorbeeld een grotere grip op iemand die sterk extern gericht is en sociale waardering zoekt. Immers, eenmaal in functie conformeren wij ons snel richting de groep en de geldende mores: “Prima deal Henry, intelligent gedaan!”.